Lieve webloglezers,
Werd vorige week opnieuw geïnterviewd, dit keer door CIP - Christelijk Informatie Platvorm. Is wel even gemakkelijk in deze drukke tijd om deze interviews op mijn weblog te zetten. Dank voor jullie meeleven en gebeden voor mij en het werk hier in Mali..
Jezus brengen in Mali: "Ik ben niet bang"
"Het draait niet om hoge bekeringscijfers"
Militairen vechten in Mali momenteel tegen radicale moslims. In
datzelfde land verspreidt Carina Saarloos het Evangelie. "Ik ben niet
bang voor de dood," zegt ze desgevraagd tegenover CIP.nl. "Dit
zendingswerk neemt risico's met zich mee. De Heer blijft mijn krachtbron
en het is bijzonder dat ik juist in dit soort periodes Zijn nabijheid
ervaar." Terwijl diverse christelijke zendingsorganisaties hun werkers
hebben teruggetrokken* uit Mali, mag Carina in het land blijven dat in
januari
als nieuwkomer binnenkwam op de Ranglijst Christenvervolging.
Terwijl
radicale moslims hun invloed in Mali proberen te vergroten, benadrukt
Carina dat ze niet in gevaarlijk gebied verblijft. Ze woont en werkt in
de hoofdstad Bamako. Carina zegt niet veel te merken van de oprukkende
radicale islam. "Hier in Mali zijn veel gematigde moslims en is er veel
openheid om over het christelijk geloof te praten. Ik geloof zelfs dat
God deze situatie kan gebruiken die kansen bieden voor het Evangelie."
In het land waar zij een boodschap van hoop en liefde brengt, maakten
rebellerende Toearegs vorig jaar gebruik van een staatsgreep. Ze
breidden hun machtspositie uit en daarom besloot het Franse leger
onlangs om luchtaanvallen uit te voeren. Extra Franse troepen beschermen
de stad waar Carina verblijft.
De zendeling zegt niet angstig te
zijn en dankbaar voor iedere dag die God haar geeft. Zestien jaar
geleden vertrok de Nederlandse naar Afrika. Eerst naar Ivoorkust maar na
een evacuatie in 2002 belandde ze in Mali om juist die mensen liefde te
geven waar anderen over het algemeen niet naar omzien. "Jezus maakte
contact met het uitschot van de samenleving. Hij is met liefde en
ontferming bewogen en dat wil ik ook zijn. Naast praktische hulp wil ik
hen ook Gods Woord brengen. Want zonder anderen over de Heere Jezus te
vertellen, heeft mijn werk geen zin." Carina herinnert zich een zwangere
prostitué die op straat lag en waarnaar niemand omzag. "Terwijl ze haar
dood tegemoet ging, liep iedereen om haar heen. Men is daar gewend dat
mensen hulpeloos op de grond liggen. We hebben haar naar een ziekenhuis
gebracht, waarna ze medicijnen kreeg en is bevallen van een baby."
Gevangenen bezoekenHet
valt Carina op dat het bestaan van God een vanzelfsprekendheid is onder
de Malinezen. "Een gebedsverzoek zal dan ook nooit worden afgewezen."
Dit ervaart ze ook wanneer ze met een team gevangenissen bezoekt. Per
week komt een groep mensen met zo'n 400 gevangenen in contact. "Een
dokter uit ons team krijgt bij iedere cel van de 'celleider' een lijst
met zieken die hij kan verzorgen. Ondertussen gaat een dominee - een
ex-gevangene - uit ons team de cellen in. We verblijven ongeveer een
half uur a drie kwartier in een gevangenis om met hen te kunnen bidden
en Bijbelverhalen te delen. Ook delen we voedsel uit, want woord en daad
gaan hand in gang. Het is ons niet onopgemerkt gebleven dat gevangenen
enorm openstaan voor het Woord van God."
Als in een Malinese
gevangenis wordt gevraagd wie Jezus wil leren kennen of wie zonden wil
belijden gaan de vingers massaal de lucht in. Maar in hoeverre is die
opgestoken vinger een keuze op basis van emotie? "Ook ik vraag mij wel
eens af of gevangenen het echt menen wat ze doen. Zo organiseren we ook
doopdiensten in gevangenissen. Met bakstenen en een tentzeil maken we
een soort badkuip. Slechts een derde van de dopelingen blijft na hun
doop vervolgens serieus met de Heere Jezus leven. Sommigen weten
simpelweg niet tegen wie ze eigenlijk 'ja' zeggen. Door middel van
dooponderwijs maken we dat overigens van tevoren wel duidelijk, zodat
mensen weten waar ze voor kiezen." Ook erkent ze dat het moeilijk is om
de Afrikaanse gevangen te motiveren voor geloofsverdieping
(discipelschap).
Hoge bekeringscijfers"Ik heb geleerd
om niet alleen naar de vrucht te kijken," gaat de zendeling verder. "Het
draait namelijk niet om de hoge bekeringscijfers. Als één iemand
Christus aanvaard, ben ik al dankbaar." Die dankbaarheid straalt de
strijdvaardige Carina uit als eerdere evacuaties die ze meemaakte, ter
sprake komen. In 2002 moest ze als zendingswerker Ivoorkust verlaten
vanwege de gevaarlijke situatie in het land. Ook vorig jaar moest ze
naar aanleiding van de gebeurtenissen in Mali zich voor een bepaalde
periode strategisch terugtrekken. "Dat vond ik erg moeilijk," geeft ze
toe. "Voor mijn gevoel laat ik dan namelijk de mensen in mijn omgeving
in de steek. Want wie ben ik dat ik als blanke in veiligheid gebracht
wordt en de rest niet?"
Zolang de Nederlandse ambassade in Mali
en haar zendingsorganisatie CAMA niet het advies geven om het
oorlogsland te verlaten, zal Carina niet vertrekken. Ze heeft eigenlijk
niet eens tijd om zich daarmee bezig te houden. Er staat alweer een
ontmoeting met gevluchte christenvrouwen op de planning die vanwege de
gevaarlijke situatie uit Noord-Mali zijn gevlucht. "Ze hebben weinig te
doen en dus neem ik de tijd om hun verhaal aan te horen en eventueel
samen te bidden. Ook houden we ons bezig met ontspannende activiteiten,
zoals zeep maken." Vanaf 22 maart verblijft Carina drie maanden in
Nederland in verband met haar normale verlofperiode.
* Het
is bekend dat diverse (Nederlandse) christelijke werkers zich hebben
teruggetrokken uit Mali. Maar om veiligheidsredenen kunnen er geen
details worden vermeld.
Bezoek hier de weblog van Carina Saarloos of neem een kijkje op haar eigen website.